Orgels
Onze-Lieve-Vrouw ter Finisterre
Orgel Hippolyte Loret 1856 – Thomas 2000
Orgelbouwer : Hippolyte LORET (1856)
Restauratie : Manufacture THOMAS, Ster-Francorchamps (2000)
Het eerste contract in verband met dit orgel werd in 1848 getekend door de Brusselse orgelbouwer Hippolyte Loret, en «Dit orgel heeft den 1ste keer gespeeld op den 1 zaterdag van de maand februari 1849». Het is zeer waarschijnlijk dat het plaatseren van de pedaalregisters zoals de verandering in de dispositie plaats hadden in de volgende jaren. De inhuldigingconcert werd op de 4 Februari 1856 gegeven.
Het is in 1950 dat Delmotte uit Doornik de tractuur van het orgel alsook de registratuur elektrificeert. Een aparte speeltafel bedient het geheel, het bereik van het voetklavier wordt uitgebreid, er wordt een elektro-pneumatische windlade van zeven regiters voor het Positief geïnstalleerd en de opbouw van het instrument krijgt een andere vorm. Heel wat nieuwe registers worden toegevoegd en enkele registers van Loret worden verplaatst van een klavier naar een ander. Dat was de staat van het orgel toen het in 1970 zwaar beschadigd werd door pompiers-water bij een brand in de toren. De voltooide restauratie van de kerk in de jaren 1990 heeft de lamentabele toestand van het orgel verergerd. Het instrument was klaar voor een restauratie die even noodzakelijk als verdiend was.
ASLK-Bank en ASLK-VErzekeringen kregen in Februari 1996 een bijgewerkt restauratiebestek, en beslisten in april om de financiering en het beheer van de restauratie op zich te nemen. Op april 1998 tekenen de ASLK en de Manufacture d’Orgues Thomas uit Ster-Francorchamps.
De restauratie- en reconstructiewerkzaamheden moesten het orgel zijn oorspronkelijk uitzicht weergeven. Alle elementen die dateerde van na Loret werden verwijderd omdat ze het goede functioneren van het orgel bemoelijkten en niet pasten in de originele klankesthetiek. Voor veel elementen heeft het orgel in de Saint-Fiacrekerk te Dison model gestaan : dit orgel werd door dezelfde bouwer gemaakt in 1857, het jaar dat ook het Finisterræorgel werd afgewerkt. Ook het orgel van de Abdij van Averbode, voltooid in 1859 en volgens Loret zelf zijn meesterwerk, leverde veel aanwijzingen op.
Dankzij dit restauratie heeft de stad Brussel een
Dankzij deze restauratie heeft Brussel nu een opmerkelijk instrument en een unieke getuige van de overgangsperiode tussen het romantische en symfonische orgel. In dit instrument toonde Hippolyte Loret zijn innovatieve vermogen op verschillende gebieden : een dubbele windlade van het Grand Orgue, vergelijkbaar met die van Cavaillé – Coll, die het gebruik van de Pédales de combinaisons toelaten; de aanwezigheid vanvernieuwende registers , doorslaande tongwerken, en de eerste zwelkast van de hoofdstad. De unieke en originele klank van dit kwaliteitsvolle orgel inspireerde vele nieuwsgierige organisten en stimuleerde hen omhun repertoire en orgelspel uit te breiden.
Samenstelling
I. BOMBARDE | II. GRAND-ORGUE | III. POSITIF EXPRESSIF | PÉDALE | PÉDALE DE COMBINAISON (de gauche à droite) |
---|---|---|---|---|
Flûte traversière 8 | Montre 16 | Bourdon 16 | Contrebasse 16 | Trémolo Positif |
Mélophone 4 | Bourdon 16 | Salicional 8 | Sousbasse 16 | Tirasse Grand-Orgue |
Plein Jeu V | Montre 8 | Flûte harmonique 8 | Violon bas 8 | Tirasse clavier de Bombarde |
Cornet bas III | Viole de Gambe 8 | Bourdon 8 | Octave basse 4 | Appel trompette basse 8 |
Cornet haut V | Bourdon 8 | Voix céleste 8 | Bombarde 16 | Appel Trompette haute 8 |
Trompette basse 8 | Prestant 4 | Fugara 4 | Trompette 8 | Appel anches du clavier de Bombarde |
Trompette haute 8 | Flûte pyramidale 4 | Flûte 4 | Clairon 4 | Appel Clairon 4 |
Clairon 4 | Trompette 8 | Accouplement du clavier de Bombarde au Grand-Orgue | ||
Basson-Hautbois 8 | Accouplement du Positif au Grand-Orgue | |||
Expression |